Ziekte van Bell

Wat is de ziekte van Bell?

De ziekte van Bell is een vorm van tijdelijke aangezichtsverlamming. Het ontstaat wanneer de zenuw die de beweging van een kant van uw gezicht controleert ontstoken is. De aandoening treedt vaak plotseling op, maar verbetert binnen een paar weken uit zichzelf. Hoewel de oorzaak van de ziekte van Bell onduidelijk blijft, wordt aangenomen dat sommige gevallen worden veroorzaakt door het herpes virus dat ook koortsuitslag veroorzaakt.

Signalen en symptomen van de Ziekte van Bell

De ziekte van Bell begint meestal met plotselinge slapte aan een kant van uw gezicht of een plotseling gevoel dat u een kant van uw gezicht niet meer kunt bewegen. De slapte wordt snel erger. Andere symptomen zijn onder andere:

  • Onvermogen om het oog aan de aangedane zijde te sluiten
  • Afhangen van de aangedane zijde (binnen een paar uur of één nacht)
  • Tranend of droog oog
  • Pijn in of achter het oor
  • Gevoeligheid voor geluid
  • Kwijlen
  • Verlies van smaak

Hoe kan een fysiotherapeut helpen bij de Ziekte van Bell?

In de eerste dagen tot een week na het begin van de symptomen zal uw fysiotherapeut uw situatie bekijken, door:

  • Onderzoek van uw medische geschiedenis en het bespreken van eventuele vroegere operaties of gezondheidszaken

  • Onderzoek naar het begin van de huidige symptomen en wat ze erger of minder erg maakt

  • Lichamelijk onderzoek gericht op het identificeren van patronen van slapte die door de ziekte van Bell worden veroorzaakt:

    • Gezichtsbeweging van de wenkbrauw
    • Het sluiten van het oog
    • Het vermogen om de wang te gebruiken bij lachen
    • Het vermogen om de wangen tussen de tanden te zuigen
    • De bovenlip optillen
    • De onderlip optillen of laten zakken

Uw fysiotherapeut zal direct:

  • Aanleren hoe u uw gezicht en oog moet beschermen
  • Laten zien hoe u in het dagelijks leven kunt omgaan met een aangezichtsverlamming
  • Uitleggen hoe de weg naar herstel verloopt, zodat u de signalen en symptomen van herstel herkent
  • Uw voortgang evalueren en vaststellen of u doorverwezen moet worden naar een specialist als er geen vooruitgang wordt geboekt

De eerste prioriteit is het beschermen van uw oog Het onvermogen om uw oog helemaal en snel te sluiten, maakt het oog kwetsbaar voor letsel door uitdroging en vuil. Vuil kan krassen geven op het hoornvlies – de transparante voorkant van het oog, die de iris, pupil en voorste oogkamer bedekt – en kan uw zicht permanent beschadigen. Uw fysiotherapeut zal u direct laten zien hoe u uw oog kunt beschermen:

  • Gebruik van zelfgemaakte of gekochte ooglapjes
  • Een regelmatig schema om het oog te druppelen
  • Het oog voorzichtig met de vingers sluiten

Als u uw gezicht gedeeltelijk kunt bewegen zal uw fysiotherapeut u een aantal gezichtsoefeningen leren die u thuis kunt doen. De oefeningen helpen u te leren de zwakke kant van uw gezicht te bewegen en beide kanten van het gezicht samen te bewegen. Één van de oefeningen is het licht blazen door uw lippen.

Tijdens het herstel

Uw fysiotherapeut zal u helpen om het gezonde patroon van bewegingen dat u nodig heeft voor gezichtsuitdrukkingen en – functies terug te krijgen. Herstel kan een uitdaging zijn, omdat:

  • Normalerwijs het vermogen om gezichtsuitdrukkingen en veel gezichtsbewegingen “automatisch” is – dat wil zeggen, u bent geboren met dit vermogen en heeft er nooit over na hoeven denken
  • In tegenstelling tot de spieren in uw lichaam, de gezichtsspieren geen sensoren hebben die uw hersenen informeren over alle “details” die nodig zijn om te kunnen bewegen

Uw fysiotherapeut zal u in deze uitdagende periode coachen en u door de speciale oefeningen leiden die zijn ontwikkeld om u te helpen om uitgaande van uw specifieke bewegingsproblemen opnieuw gezichtsbewegingen aan te leren. Uw oefeningen kunnen in de loop van het herstel veranderen.

“Initiatie” oefeningen In de eerste stadia, wanneer u problemen kunt hebben met het maken van elke gezichtsbeweging, zal uw fysiotherapeut u oefeningen leren die gezichtsbeweging veroorzaken (“initiëren”). Uw fysiotherapeut zal u laten zien hoe u uw gezicht moet houden om beweging gemakkelijker te maken (dit wordt “ondersteund bewegingsbereik” genoemd) of hoe u de gezichtsspieren kunt aanzetten om te doen wat u ze wilt laten doen.

“facilitaire” oefeningen Zodra u in staat bent om beweging van de gezichtsspieren in gang te zetten zal uw fysiotherapeut oefeningen ontwerpen om de activiteit van de spieren te vergroten, de spieren te versterken en uw vermogen te vergroten om de spieren voor langere tijd te gebruiken (het “faciliteren” van spieractiviteit).

Oefeningen voor bewegingscontrole Uw therapeut zal oefeningen ontwikkelen voor:

  • Verbetering van de coördinatie van de gezichtsspieren
  • Verfijning van uw gezichtsbewegingen voor specifieke functies, zoals spreken of het sluiten van een oog
  • Verfijning van bewegingen voor gezichtsuitdrukkingen zoals glimlachen
  • Correctie van abnormale patronen van gezichtsbeweging, die zich tijdens het herstel kunnen voordoen.

Om aan de coördinatie van de gezichtsspieren te werken heeft u eerste voldoende activatie van de gezichtsspieren nodig. Uw therapeut bepaalt wanneer u daar klaar voor bent.

Ontspanning Tijdens het herstel kunt u spasmes of zenuwtrekken in het gezicht ervaren. Uw fysiotherapeut zal oefeningen gebruiken om deze ongewilde spieractiviteit te beperken. De therapeut zal u leren te herkennen wanneer u een gezichtsspier activeert en wanneer de spier in rust is. Door te leren om de gezichtsspier krachtig samen te trekken en daarna te stopen, zult u in staat zijn om uw gezichtsspieren te ontspannen wanneer u wilt en de zenuwtrekken en spasmes te verminderen.

Na het herstel

Sommige mensen hebben na een periode van verbetering van gezichtsbeweging toenemende problemen om hun gezicht te bewegen, waardoor ze zich zorgen maken of de aangezichtsverlamming weer terugkomt. Daadwerkelijke terugkeer van de ziekte van Bell is echter ongebruikelijk.

Nieuwe moeilijkheden bij het bewegen van het gezicht is waarschijnlijk het gevolg van toenemende kracht van de gezichtsspieren zonder dat het vermogen om te de beweging te coördineren en controleren is toegenomen. Om te voorkomen dat dit gebeurt zal uw fysiotherapeut laten zien welke gezichtsbewegingen u tijdens het herstel moet vermijden. Het volgende, bijvoorbeeld, leidt tot afwijkende patronen in het gebruik van gezichtsspieren:

  • De grootst mogelijke gezichtsbeweging of spiersamentrekking, die u kunt doen, proberen, zoals zo sterk mogelijk glimlachen als u kunt
  • Kauwgom kauwen met veel kracht
  • Een ballon opblazen met alle kracht van uw gezichtsspieren

Uw therapeut zal u coachen om uw gezicht zo natuurlijk mogelijk te gebruiken, zonder te proberen om uw gezichtsuitdrukkingen te beperken omdat ze er “anders” uitzien.