Traumatisch hersenletsel
Traumatisch hersenletsel
Ongeveer 80% van de mensen met traumatisch hersenletsel wordt op de spoedeisende hulp behandeld en weer uit het ziekenhuis ontslagen, omdat hun letsel wordt aangemerkt als hersenschudding of licht traumatisch hersenletsel. Traumatisch hersenletsel kan zich op elke leeftijd en bij iedereen voordoen, maar bij sommige groepen is traumatisch hersenletsel waarschijnlijker dan bij anderen. Kinderen jonger dan 4 jaar lopen risico op vallen en op kindermishandeling. Jongeren tussen 15 en 19 jaar lopen toenemend risico door sport en auto-ongelukken. Mensen van boven de 75 lopen een valrisico.
Fysiotherapeuten helpen mensen met traumatisch hersenletsel om hun lichamelijke vermogen terug te krijgen, dagelijkse taken opnieuw aan te leren en hun kracht en fitheid in het algemeen te verbeteren.
Wat is traumatisch hersenletsel?
Traumatisch hersenletsel komt voor als het resultaat van extreme kracht die op het hersenweefsel is uitgeoefend. Vaak voorkomende oorzaken zijn vallen, auto-ongelukken en klappen tegen het hoofd. Beweging van de hersenen waardoor schade wordt aangericht ook al blijft de schedel intact, wordt gesloten letsel genoemd. Schade die wordt veroorzaakt door een wond, die door de schedel breekt, zoals een schot uit een vuurwapen of een doorboring met een scherp voorwerp, wordt penetrerend letsel genoemd.
Mensen die gemiddeld tot ernstig traumatisch hersenletsel doormaken hebben gespecialiseerde ziekenhuis- en revalidatiezorg nodig om de ernstige lichamelijke, cognitieve en emotionele veranderingen aan te pakken, die het resultaat zijn van letsel aan het brein. Bijna de helft (43%) van de mensen die na traumatisch hersenletsel in het ziekenhuis moeten worden opgenomen zullen 1 jaar na het letsel nog een vorm van beperking hebben.
Ernstig traumatisch hersenletsel leidt tot een periode van bewusteloosheid, coma genaamd, waarbij de ogen van de patiënt gesloten blijven en hij of zij niet op externe stimulatie reageert. Het bewustzijn kan langzaamaan verbeteren, maar veel hersenfuncties kunnen door het letsel aangedaan zijn, inclusief de functies die het denken, bewegen, gevoel en gedrag sturen.
Signalen en symptomen van traumatisch hersenletsel
Omdat de hersenen ons vermogen om te bewegen, denken, voelen en met elkaar omgaan stuurt, zijn de symptomen die het resultaat zijn van traumatisch hersenletsel heel verschillend. Onder andere:
- Lichamelijke symptomen, waaronder zwakte of moeite om de armen, benen, lichaam en hoofd te bewegen. De aangedane persoon kan moeite hebben met zitten, staan, balanceren, lopen of in bed liggen en van houding veranderen.
- Cognitieve symptomen, waaronder aandacht en concentratieproblemen, moeite met het onthouden, opletten, of problemen oplossen. Tragere manier van informatieverwerking. De aangedane persoon kan een verminderd bewustzijn met betrekking tot deze problemen hebben, waardoor zorgen over de veiligheid kunnen ontstaan.
- Zintuigelijke symptomen, waaronder veranderingen in het zicht, overgevoeligheid voor gehoor of voelen. Het evenwichtsgevoel dat door het binnenoor wordt ondersteund kan ook aangetast zijn.
- Emotionele en gedragssymptomen, waaronder moeite met het onder controle houden van emoties of een persoonlijkheidsverandering. Als de cognitieve defecten significant zijn, kan het onvermogen van de aangedane persoon om te begrijpen wat er is gebeurd leiden tot sterke emotionele opwinding. Sterke vermoeidheidsklachten.
Hoe wordt traumatisch hersenletsel vastgesteld?
Zodra de patiënt in het ziekenhuis aankomt zal de dienstdoende arts het niveau van traumatisch hersenletsel vaststellen door factoren te beoordelen zoals het vermogen om de ogen te openen, om te praten, en om op commando te bewegen.
Bij gemiddelde of ernstig letsel wordt beeldvormend onderzoek (zoals een MRI of CT-scan) gedaan om vast te stellen welke delen van de hersenen beschadigd zijn en of er sprake is van enige bloeding of vloeistof waardoor druk op het hersenweefsel zou kunnen ontstaan. Een fysiotherapeut werkt vaak met het medisch team om inzicht te krijgen in welke gebieden van de hersenen getroffen zijn, zodat de fysiotherapie-evaluatie zich op de mogelijke probleemgebieden kan richten.
Bij ernstig letsel kan de patiënt in een coma zijn; de ogen zijn dicht en er is geen reactie op externe stimuli. Waarschijnlijk opent de patiënt na verloop van tijd de ogen weer. Soms gaat het openen van de ogen gepaard met snel herstel van andere vermogens zoals spreken en lichamelijke beweging. Bij andere patiënten kan het herstel langzamer zijn.
Als een patiënt in een zogenaamde vegetatieve toestand verkeert, blijven een aantal basale hersenfuncties behouden, zoals het open van de ogen op basis van een regelmatig slaap/waak ritme, ademhalen, en spijsverteringsfuncties, maar is hij of zij zich niet bewust van de omgeving. In deze fase kan een fysiotherapeut helpen met het positioneren en met apparatuur waardoor de juiste houding en soepelheid wordt behouden, de kans op problemen als doorliggen wordt verminderd en reageren op de omgeving wordt aangemoedigd.
Als een patiënt in een minimaal bewuste toestand verkeert, vertoont hij of zij beginnende tekenen van bewustzijn (het vermogen om dingen doelgericht te doen), maar deze reacties zijn vaak niet consistent. Tijdens deze fase helpt een fysiotherapeut met stretchen, positioneren en met het gebruik van apparatuur, en probeert om de consistente reacties op commando’s om te bewegen en te communiceren te verbeteren.
Hoe kan een fysiotherapeut helpen bij traumatisch hersenletsel?
Door te werken met de patiënt en zijn of haar familie, worden doelen opgesteld om de lichamelijke onafhankelijkheid te verbeteren. Fysiotherapeuten helpen patiënten met traumatisch hersenletsel om bepaalde functies te verbeteren, zoals in en uit bed komen en van houding veranderen, gaan staan, lopen en een rolstoel gebruiken.
De fysiotherapeut gebruikt oefeningen en taak-specifieke training om de patiënt te helpen bij het verbeteren van:
- Het vermogen om alert te blijven en commando’s op te volgen
- Spier- en gewrichtsflexibiliteit, die door inactiviteit verminderd kan zijn
- Het vermogen om in bed te bewegen, zonder steun te zitten en te gaan staan
- Het vermogen om veilig in evenwicht te blijven bij het zitten, staan of lopen
- Het vermogen om te bewegen door het versterken en oefenen van functionele activiteiten
- Evenwicht en coördinatie
- Kracht en energie, waardoor het gevoel van vermoeidheid verminderd, dat zich voordoen door inactiviteit of het hersenletsel zelf
- Terugkeer naar sport en fitness
Als door beperkingen de terugkeer naar activiteiten van voor het letsel wordt verhinderd, kan een fysiotherapeut de patiënt helpen om mobieler te worden en het gebruik van hulpmiddelen zoals een enkelspalk, rollator of een rolstoel onder de knie te krijgen.
Kan traumatisch hersenletsel worden voorkomen?
Traumatisch hersenletsel kan worden voorkomen door stappen te nemen om het hoofd te beschermen bij risicovolle activiteiten en door deelname aan dergelijke activiteiten te verminderen. Bewustzijn met betrekking tot de signalen en symptomen van letsel kan de reactietijd versnellen als zich traumatisch hersenletsel voordoet.
- Gebruik altijd de juiste helm bij deelname aan activiteiten waardoor het risico op vallen wordt vergroot, zoals fietsen, bergbeklimmen, motorrijden, skateboarden, skiën of schaatsen.
- Draag altijd een autogordel; kinderen moeten in een goede autostoel zitten, in overeenstemming met de veiligheidsvoorschriften en instructies.
Voor kleine kinderen:
- Zorg voor adequate supervisie door een volwassene op plekken met valrisico zoals speelplaatsen.
- Gebruik kinderhekjes om vallen in huis zoals van de trap of uit een raam op de eerste verdieping te voorkomen.
Voor jongeren:
- Leer jongeren over de vele factoren die verwant zijn met overlijden en hersenletsel in bij auto-ongelukken, inclusief het gebruik van alcohol of andere drugs, te hard rijden of sms-en of bellen tijdens het rijden.
- Leer jongeren over licht traumatisch hersenletsel (zie de richtlijn over hersenschudding) of ernstig sportletsel.
Voor oudere volwassenen:
- Leer oudere familieleden over het valrisico in huis bij dagelijkse mobiliteit en werk in huis waarbij een groter risico op hersenletsel bestaat, zoals het gebruik van een ladder of opstapje, op een natte vloer lopen of de trap stofzuigen.