Plica syndroom
Plica syndroom
Plica syndroom is een irritatie van het synoviale membraam in de knie. Het synoviale membraam omsluit het kniegewricht en bevat de vloeistof waardoor de knie gesmeerd blijft. Plica syndroom ontstaat als de synoviale voering geïrriteerd raakt, meestal ten gevolge van herhaalde wrijving op het weefsel.
Het resultaat is dat dit weefsel dik en pijnlijk wordt. Voortdurende wrijving is het gevolg van afwijkende krachten op de knie, meestal in de knieschijf en het omliggende spierstelsel.
Het kan ook worden veroorzaakt door spierzwakte of structurele afwijkingen in de heup of voet, waardoor gehoogde druk op de knie wordt gezet.
Plica syndroom kan ook ontstaan of verergeren door toegenomen activiteit. In sommige gevallen kan een directe klap op de knie er toe leiden dat het syndroom zich ontwikkelt.
Plica syndroom kan resulteren uit een combinatie van meerdere verschillende variabelen, waaronder:
- Veranderde mobiliteit van de knieschijf
- Stijfheid van de quadriceps of heupspier
- Spieronevenwichtigheden in de quadriceps, hamstrings of het spierstelsel van de heup
- Onjuiste techniek bij herhaalde activiteiten
- Verandering van een sportroutine of sportactiviteit
- Afwijkende heup- of kniestructuur
- Afwijkende heup- of kniemechanica
- Letsel
Hoe voelt Plica syndroom?
Met plica syndroom kunt u pijn en gevoeligheid bij aanraking ervaren aan de voorkant van de knie en aan de binnenkant van de knieschijf. U kunt ook een “blokkerend” of “knappend” gevoel hebben als u uw knie buigt. Symptomen om in de gaten te houden zijn onder andere:
- Gevoeligheid bij aanraking
- Een “blokkerend” of “knappend” gevoel bij het buigen van de knie
- Doffe pijn in de knie in rust, die erger wordt bij activiteit
- Stijfheid in de knie
Hoe wordt Plica syndroom vastgesteld?
Uw fysiotherapeut zal uw medische voorgeschiedenis doornemen en een grondig onderzoek van uw knie doen. De doelen van het eerste onderzoek zijn om de mate van letsel te beoordelen en de oorzaak en de factoren die aan uw letsel bijdragen vast te stellen. Uw fysiotherapeut zal de mobiliteit en kracht van uw knie beoordelen. Meestal is uw fysiotherapeut in staat om een verdikt stuk geïrriteerd weefsel op uw knie te voelen.
Uw fysiotherapeut doet normalerwijs ook een bewegingsbeoordeling, wat kan inhouden dat hij of zij kijkt hoe u loopt, traploopt, hurkt of op 1 been balanceert. De mobiliteit en kracht van andere gewrichten, waaronder uw heup en voet, kunnen ook worden beoordeeld.
Uw fysiotherapeut kan ook vragen stellen over uw dagelijkse activiteiten, oefenroutines en schoeisel om andere bijdragende factoren te identificeren.
Beeldvormende technieken zoals röntgen of MRI worden meestal niet in eerste instantie aangevraagd. Als de pijn aanhoudt kan uw arts besluiten om een MRI aan te vragen om de bron van uw pijn te helpen vaststellen.
Het eerste onderzoek en ook de behandeling zijn hetzelfde ongeacht of uw pijn werd veroorzaakt door een enkele blessure of door herhaalde irritatie. In eerste instantie zijn de belangrijkste doelen om het ontstoken weefsel rust te geven, gevolgd door het aanpakken van mogelijke onderliggende factoren die de irritatie van het weefsel kunnen doen voortduren.
Hoe kan een fysiotherapeut helpen bij Plica syndroom?
U zult met uw fysiotherapeut samenwerken om een plan te maken om uw specifieke doelen te behalen. Daarvoor zal uw therapeut behandelstrategieën kiezen op één of meer van de volgende gebieden:
- Er zijn veel strategieën voor pijnbestrijding voorhanden, zoals het toepassen van ijs op het gebied of het gebruik van therapieën zoals iorontoforese (een medicinale plakker op de huid die elektrisch is geladen en gebruikt wordt om pijn en ontsteking te verminderen) of therapeutische ultrasound.
- Uw knie, heup of voet zou onjuist kunnen bewegen, waardoor de druk aan de voorkant van de knie toeneemt. Zelf-stretching en technieken voor manuele therapie (massage en beweging), die op het onderlichaam worden toegepast om de mobiliteit in de knie, heup en voet te herstellen en te normaliseren, kunnen deze druk verminderen.
- Manuele therapie. Uw therapeut kan hands-on behandelingen toepassen – waarschijnlijk op uw knie en heup – om uw spieren en gewrichten te bewegen en zo hun mobiliteit en kracht te verbeteren. Deze technieken richten zich vaak op gebieden die u lastig zelf kunt behandelen.
- Spierzwakte of –onevenwichtigheid kan leiden tot afwijkende krachten aan de voorkant van de knie. Uitgaande van uw specifieke aandoening, zal uw fysiotherapeut een veilig, persoonlijk en progressief weerstandsprogramma voor u maken, waarschijnlijk gericht op uw kern (buik en onderrug) en onderste ledematen. U kunt beginnen met het doen van stretchoefeningen terwijl u ligt (bijv. uw been optillen terwijl u in verschillende houdingen ligt). Daarna kunt u verdergaan met staande oefeningen (bijv. hurken vanuit stand). Uw fysiotherapeut zal kiezen welke oefeningen goed voor u zijn, uitgaande van uw leeftijd en lichamelijke conditie.
- Functionele training. Zodra uw pijn, kracht en mobiliteit beter worden, kunt u veilig terug gaan keren naar meer veeleisende activiteiten. Om de druk op de knie en het risico op herhaald letsel zo klein mogelijk te houden, is het belangrijk om uw lichaam veilige en beheerste bewegingen aan te leren. Gebaseerd op uw doelen en de bewegingsbeoordeling, zal uw fysiotherapeut een serie activiteiten bedenken die u helpen om te leren hoe u uw lichaam op de juiste manier gebruikt en beweegt om de taken uit te voeren, die nodig zijn om uw doelen te halen.
- Patiënt educatie. Uw therapeut zal samen met u de externe factoren waardoor u pijn krijgt, zoals de keuze van oefeningen, de hoeveelheid oefening die u doet, of uw schoeisel, identificeren en aanpassen.
Fysiotherapie bevordert herstel van plica syndroom door het aanpakken van alle bijdragende factoren, zoals pijn en gebrek aan kracht, soepelheid of lichaamscontrole. Uw fysiotherapeut kan ook een periode van relatieve rust aanbevelen en u daarna voorzichtig terug naar uw normale activiteitenniveau begeleiden.
Als een operatie nodig is
Als de pijn die u heeft door een plica syndroom niet na een paar weken fysiotherapie beter wordt, kan een arthroscopische operatie nodig zijn. Uw chirurg maakt dan twee kleine sneetjes aan de voorkant van de knie en haalt het geïrriteerde weefsel weg. Na de operatie zal uw revalidatie zich in eerste instantie richten op het verminderen van de pijn en het herstel van mobiliteit en kracht. Uw fysiotherapeut zal daarna gericht de factoren gaan aanpakken waardoor uw plica geïrriteerd is geraakt, zodat het risico op meer letsel in de toekomst zo klein mogelijk is. Terwijl u vooruit gaat, zal uw fysiotherapeut u helpen om systematisch activiteiten te herintroduceren, waaronder traplopen, hurken en uw vrijetijdsactiviteiten.
Kan Plica syndroom worden voorkomen?
De beste manieren om Plica syndroom te voorkomen zijn het zorgen voor goede mobiliteit en spierkracht in uw onderste ledematen, en het speciaal letten op hoe u traint – vooral veranderingen in een training en de hoeveelheid training. Sommige patiënten met afwijkingen in de kniestructuur kunnen echter meer vatbaar zijn om plica syndroom te ontwikkelen.
Uw fysiotherapeut zal u door het proces helpen waarbij u gaandeweg meer veeleisende activiteiten terugbrengt in uw routine zonder dat u uw knie overbelast. Denk eraan dat te snelle terugkeer naar activiteiten vaak leidt tot aanhoudende pijn en dat het lastiger wordt om de aandoening te verhelpen.